In 1988 schreef Mej. Minnigh aan Dr. H.P. Gorter: Ach ja die Van Mens, dat die jongen nu al weer over afscheid nemen denkt. Ik herinner mij nog zo goed dat hij die eerste morgen achter mij zat en ik niets anders hoorde dan langgerekte geeuwen. Ik werd daar zo dol van dat ik mij omkeerde en zei: ‘jongen, kun je niks anders dan gapen’ . Hij schrok en dacht, wat een kreng van een mens, moet ik daarmee samenwerken ! Maar we hebben het daarna al die jaren heel erg fijn samen gehad.