Dam, Amsterdam, 2024
Mooi licht. Als je maar lang genoeg met een camera over straat loopt krijg je er vanzelf welgevoel voor. En omgekeerd! Het slechtste licht is een aaneengesloten wolkendek. Alsof er een groot donzen dekbed boven mij hangt waardoor de stad vooral bestaat uit 50 tinten baksteen rood. Alleen met zonlicht krijgen kleuren hun glans en zie je contrasten tussen licht en donker. Mooi zonlicht is er in de ochtend, een uur na zonsopgang. In Amsterdam verdwijnt dat zonlicht in loop van de ochtend. Een witte nevel komt op vanaf ‘t IJ en glijdt boven ons langs richting west. Pas in de loop van de middag verdampt de witte nevel en zien we weer de fraaie Hollandse luchten boven stad. Wellicht het mooiste licht is de periode na een regenbui als de wolken ‘openbreken’ en ruimte bieden aan bundels zonlicht. Dit is ook het licht dat kunstschilders gebruiken in hun stadsgezichten en landschappen. ‘’Het gezicht op Delft” van Vermeer is daarvan een goed voorbeeld. De Hollandse luchten zijn niet voor niets vermaard. Het geeft de schilder de mogelijkheid om licht en schaduw te geven en daarmee het oog van de kijker te sturen. In de straatfotografie is dat niet anders. Het kijken naar schilderijen van stadsgezichten van Berckheyde, George Hendrik Breitner, Edward Hopper en enkele schilderijen van Carel Willink, is voor mij een grote inspiratiebron.
Deze foto maakte ik op een zondag ochtend rond 12:00 uur (februari 2024) na lang wachten omdat een aantal wolken opzij schuiven om ruimte te bieden aan de zon. De hotdog kraam met de contrasterende kleuren van rood en geel en lange schaduw op de voorgrond, de mensen met vlaggen in het midden, de horizontale lijn in het midden, enkele opdringerige gebouwen in de achtergrond en een wolkeloos ‘stukje’ hemel boven het gebouw van Peek en Cloppenburg waardoor een bundel zonlicht de hotdogkraam haar glans geeft.